Oostkust

Vandaag gingen we nog een stukje van de oostkust van het eiland bekijken.

Via hobbel-de-bobbel wegen in het binnenland, kwamen we 

bij een weg naar de kust, waar we de auto geparkeerd hebben

en lopend naar beneden gegaan zijn.

Het was hier heel mooi en we zijn telkens weer

verbaasd hoe helder het water is.

Het moet prachtig zijn om hier te snorkelen.

We kwamen door het dorpje Zonquor.

Het ligt aan een baai en zag er erg gezellig uit.

We parkeerden de auto en keken wat rond.

Bij het zien van de groentenkramen sla ik wel een beetje

groen uit van jalousie :-)

  Met zicht op de baai (als er geen geparkeerde auto's stonden)

dronken we koffie in een restaurantje dat door twee 

Italianen werd gerund. Er waren geen andere klanten,

dus ze hadden alle tijd om met ons te kletsen.

Een kwam uit Rome en aangezien wij daar ook net 

geweest zijn hadden we gespreksstof genoeg.

Bij de koffie kregen we een hartvormig koekje (leuk voor

mijn hartjes foto verzameling) en het lepeltje (zo plat als

een dubbeltje) was ook een foto waard.

We gingen weer verder en in Marsascala bekeken we

Fort St Thomas.

Bijna hadden we het gemist, omdat onze aandacht werd getrokken

door het nu verlaten en vreselijk vervallen Jerma Hotel aan

de overkant van de weg.

 We zij om het hotel heengewandeld. Wat ooit een schitterend

en sjiek hotel was (men zegt dat Gaddafi een van de eigenaren was, hij had

er in ieder geval een zeer luxe suite) is nu

een ruine, doodzonde dat op deze prachtige plek zo'n

bouval staat waar niets meer aan gedaan wordt.

 Geen foto's van het hotel, wel van wat je ziet als je er met

je rug naar toe staat en dat is vele malen mooier.

Via Marsaxlokk, waar we deze vakantie begonnen,

zijn we weer teruggereden naar St Julian.

Daar hebben we nog een keer bij het Chinese restaurant gegeten.

's Avonds heeft Paul een begin gemaakt met het inpakken van

de koffers.