Helemaal in de zuidoost punt van het eiland is een schiereilandje Monte de Guia, det bestaat uit twee vulkanische kegels – Monte da Guia en Monte Queimado, kraters, hellingen, zeekliffen, baaien, inhammen, kiezel- en zandstranden, rotsachtige riffen en zeegrotten en daar gingen we vandaag als eerst naar toe.
Vanaf het huis was het maar even rijden tot we aan de overkant van Porto Prim Monte de Guia zagen liggen.
Over de smalle weg, waar geen vangrail was, maar waar we gelukkig ook geen auto´s tegen kwamen, reden we naar boven, waar het enorm hard waaide.
We parkeerden de auto en toen we uitstapten keken we gelijk in Caldeira do Inferno.
Rondom de parkeerplaats was iemand bezig op zware stenen ballen vast te lijmen op de stoepen.
Ze zijn om te voorkomen dat iedereen zomaar ergens gaat parkeren en het zal hier wel chaos geweest zijn dat het nodig is om ze te plaatsen.
Het terras rondom de kapel is tevens de miradouro,
vanaf 100 meter hoogte hadden we een mooi uitzicht op Hortaen de haven, waar we net een veerboot zagen vertrekken.
We waren net op tijd geweest, want er kwamen steeds meer wolken en het zicht werd steeds slechter, dus reden we naar beneden, waar we de auto parkeerden op het parkeerterrein tussen Monte Guia en Monte Queimado.
Beneden ons zag ik twee duikers uit het water verscheinen, die elkaar heel uitbundig een high five gaven, vervolgens naar de kant keken om het daarna nog eens te doen.
Toen zag ik dat ze hier bezig waren met filmopnames, ik heb nog even staan kijken en de duikers nog een paar keer uit het water zien komen.
De weerberichten voor morgen zijn heel slecht; storm en veel regen, dus wilden we vandaag nog zoveel mogelijk buiten doen en gaan we de dingen die binnen zijn, zoals Fábrica da Baleia (de oude walvisfabriek) morgen bekijken.
Daarna liepen we er achterlangs naar Casa dos Dabney, waar we nu alleen maar even een cache gingen zoeken die in het gebouw ligt.
De vriendelijke meneer bij de entree gaf ons een knuffelwalvis, waar de cache in verborgen zat.
Hij zei dat we het gebouw verder konden bekijken, maar wij zeiden dat we morgen terug zouden komen, omdat het dan heel slecht weer zou zijn.
Dat vond hij heel slim en hij zei "tot morgen dan".
Het strand van Porto Pim stonk verschrikkelijk, er dreef ook allemaal rommel in de baaiop het strand lag ook allemaal zooi en er waren een aantal mensen van de gemeente bezig om dat weg te scheppen.
Tussen het strand en de parkeerplaats stond het helemaal vol met vrolijke gele teunisbloemen.
We hadden gezien en gedaan wat we wilden, dus gingen we verder naar het volgende op ons lijstje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten