En toen kwamen we in Manhena bij Farol da Ponta da Ilha, oftewel de vuurtoren op de punt van het eiland.
Hier hield het eiland op.
Bij de vuurtoren stonden struiken met kleine witte besjes. Thuis ontdekte ik dat het Corema azoricum is, dat de besjes eetbaar zijn en op het eiland veel gebruikt worden om jam te maken.De noordkant van het eiland hadden we nu gezien en nu reden we verder via de zuidkant, terug richting Madalena.
In Calheta de Nesquim was een mooie vigia met een picknickplaats en een windmolen.
Om daar te komen moesten we over een klein pad langs een voetbalveld.
Veel gevoetbald zal er wel niet meer worden, want er stonden allemaal bootjes op het veld.
Op Miradouro da Santa Cruz was een mozaïk met een walvisstaart op het uitkijkpunt.Onder ons lag Ribeiras
Op Miradouro Lajes do Pico konden we onder ons het dorp Lajes zien liggen.
Lajes is het oudste dorp van Pico en werd als eerste bewoond door maar 1 kolonist Fernão Álvares Gospel en zijn hond.
Vanaf waar we stonden was goed te zien dat het hele dorp plat is, iets wat je niet veel tegen komt op de eilanden.
Wat we ook konden zien was het terras van een café en omdat er mensen op zaten, moest het dus open zijn.
We reden naar beneden, parkeerden op het pleintje voor de deur en hebben in het zonnetje een lekkere kop koffie gedronken.Omdat we natuurlijk veel in de auto zitten besloten we om die een poosje te laten staan en Lajes wandelend te gaan bekijken.
We kwamen bij Moinho de Juncal, waar je via een pad op palen kon komen.
Deze molen zie je heel vaak op foto´s omdat de Pico dan mooi op de achtergrond is, maar die hebben we sinds de eerst dagen op Faial niet meer gezien.
Ook in Lajes is de walvisindustrie heel belangrijk geweest, maar nu is dat gelukkig alleen nog maar whale watching.
Futurismo organiseert hier ook excursies en voor het kantoortje staat een vrolijk beschilderde walvis.
Ook hier is een walvismuseum, maar daar hadden we nu even geen zin meer in.Het dorp bestaat uit de weg langs de kust, de hoofdstraat en een paar straten daartussen.
We wandelden terug via de hoofdstraat waar uiteraard een grote kerk op het eind stond: Igreja de Santíssima Trindade.
Even buiten Lajes zagen we een gesloten (strand)barretje dat de vorm had van een walvis.
Ik kreeg het met geen mogelijkheid zo op de foto dat te zien was dat het een walvis moest voorstellen, maar gelukkig hing aan de zijkant een tekening waarop het helemaal te zien was; ik vond het zo origineel.
Het stond tegenover de fabriek waar walvisolie en-meel werd gemaakt.
Dat is nu ook een museum, maar gesloten op zondag.
Tenslotte gingen we bij Silveira nog een cache zoeken op een heel eng wandelpad langs een klif.
Ik kreeg weer een aanval van hoogtevrees en geloofde het verder wel.
We zijn terug gelopen naar de auto en terug gereden naar Magalena.
Morgen gaan we verder met het laatste stuk van de toer rondom het eiland.
1 opmerking:
Wat een prachtige uitzichten, dat is echt genieten.
Een reactie posten